Handleiding Morele Waarden

De Morele Waardenvragenlijst is een goede toevoeging aan selectieprocedures van bedrijven waar met gevoelige informatie of dure goederen te maken krijgen.

1. Inleiding

“Goede mensen hebben geen wetten nodig om verantwoordelijk te handelen, terwijl slechte mensen de wetten weten te omzeilen.” Plato (427-347 v. Chr.)

De term integriteit komt van het Latijnse woord “integritas”. Ronnes (2001) licht toe dat de term vertaald mag worden als ‘heelheid’ of ongedeerdheid of onbedorven toestand. Musschenga (2008) beschrijft een integer persoon als een consistente persoon. Een integer persoon handelt naar zijn opvattingen en beloftes. Onder een integere houding verstaat Ronnes (2001) een houding waarin eerlijkheid, zorgvuldigheid, openheid, respect, trouw, duidelijkheid en het kunnen vertrouwen van deze persoon zich manifesteren. Dit straalt een integere persoon uit naar anderen om zich heen. Iemand die bovenstaande hoog in het vaandel heeft staan zal anderen in hun waarde laten. “Integer handelen betekent: de ander heel laten en zelf heel blijven in het handelen. Niet tornen aan het gedrag van de ander, niet kwetsen wat heel is in de ander noch in zichzelf” Ronnes, (2001). Vanuit de gedachte een vragenlijst te maken dat betrekking heeft op de integriteit van een persoon is het onderzoek naar de Morele Waardenvragenlijst gestart. Integer gedrag zou ook gezien kunnen worden als moreel gedrag. De Vries (2009) omschrijft integriteit als volgt: ‘Integriteit heeft betrekking op de mate waarin personen oprecht, rechtvaardig en bescheiden zijn en hebzucht vermijden. Personen die hoog scoren op Integriteit zijn niet geneigd anderen te manipuleren voor persoonlijk gewin en regels te overtreden en zijn relatief ongeïnteresseerd in weelde luxe, sociale status en privileges. Personen die laag scoren zetten zichzelf op de eerste plaats, zijn gehecht aan materiële zaken, kunnen de verleiding moeilijker weerstaan om regels te overtreden als ze er zelf beter van worden en zullen eerder vleien als dit helpt om persoonlijke doelen te realiseren.’ Uit bovenstaande definitie zijn de volgende vier begrippen te destilleren die de basis hebben gevormd voor de Morele Waardenvragenlijst: – Bescheidenheid – Oprechtheid – Normbesef – Vermijden van materialisme.

 

2. Ontwikkeling Morele Waarden

In dit hoofdstuk wordt de geschiedenis van de Morele Waardenvragenlijst in kaart gebracht.

2.1 Ontstaansgeschiedenis

Vanuit het HRM-werkveld was er vraag ontstaan naar een vragenlijst waarmee integriteit gemeten kan worden. Naast cognitieve capaciteitentests bleken de resultaten op integriteitstests goede voorspellers van werkprestaties te zijn (Schmidt & Hunter, 1998; Ones et al., 1993). De Morele Waardenvragenlijst zou een goede toevoeging kunnen zijn aan de selectieprocedures voor bedrijven waar medewerkers met gevoelige informatie of dure goederen te maken krijgen. Het moest een integriteitsvragenlijst worden die ingezet kan worden bij selectieprocedures en die geschikt is voor alle opleidingsniveaus.

Gebruiksdoel
Het doel was het construeren van een vragenlijst waarmee een uitspraak gedaan kan worden over de morele waarden van een persoon. De score op de Morele Waardenvragenlijst moet een indicatie geven voor de kans op integer gedrag van een persoon.

Doelgroep
De Morele Waardenvragenlijst heeft als doelgroep de beroepsbevolking van Nederland.

Eerste stadium: constructie van de eerste itempool
Na uitvoerig literatuuronderzoek is gebleken dat de factor Integriteit (Honesty-Humility) van de HEXACO persoonlijkheidsvragenlijst een goede voorspellende waarde heeft voor werkprestatie (Van der Heijden, 2009). Voor het construeren van de eerste versie van de Morele Waardenvragenlijst is gebruik gemaakt van de begrippen van de factor Integriteit (Honesty-Humility). Er is gekeken naar de definitie van de vier begrippen: Bescheidenheid, Normbesef, Oprechtheid en Vermijden van materialisme. Op basis van de definitie zijn de items geformuleerd. De eerste versie van de Morele Waardenvragenlijst bestond uit 87 items, de vragenlijst is voorgelegd aan een groep van 142 personen.

Tweede stadium: constructie en analyse van de tweede itempool
Na analyse van de data van de eerste versie van de vragenlijst bleken twee van de vier schalen een hoge interne consistentie te hebben. Voor iedere schaal zijn nieuwe items geformuleerd door te kijken naar de inhoud van de items die tijdens de analyse fase overeind gebleven zijn. Voor de schaal Bescheidenheid zijn 7 nieuwe items geformuleerd, voor de schaal Normbesef zijn 9 nieuwe items geformuleerd, voor de schaal Oprechtheid zijn 8 nieuwe items geformuleerd en voor de schaal Vermijden van Materialisme zijn 2 nieuwe items geformuleerd. Dit resulteerde in de tweede versie van de vragenlijst die bestond uit 59 items. Deze tweede versie is ingebouwd in de test toolkit. Verdere analyse zou plaatsvinden nadat er voldoende data was verzameld.

Derde stadium: constructie en analyse van de derde itempool
In het derde stadium zijn de resultaten van 155 personen geanalyseerd. Vijf vragen in de schaal Normbesef, en één vraag in de schaal Oprechtheid vertoonden een plafondeffect. Het criterium hiervoor was dat 80% van de respondenten of meer de hoogste score had gekozen. Deze zes vragen zijn onderzoeksitems geworden. Vervolgens is een PCA uitgevoerd om te onderzoeken of de vier-schalenstructuur inderdaad terug te vinden is in de data, en of de items van een bepaalde schaal ook daadwerkelijk laden op die schaal. Dit onderzoek wordt uitgebreider beschreven in het hoofdstuk Validiteit. Naar aanleiding van deze analyse zijn een aantal items naar een andere schaal verplaatst, en anderen voortaan ingezet als onderzoeksitems. Dit heeft geresulteerd in een vragenlijst van in totaal 52 items. Deze derde versie van de test is de huidige versie van de Morele Waardenvragenlijst en is op dit moment ingebouwd in de test toolkit.

3. Normeringsonderzoek Morele Waarden

3.1 Beschrijving normgroep

De normering heeft plaatsgevonden over een groep van 155 personen.
In totaal hebben we gegevens over het opleidingsniveau van 151 kandidaten. De verdeling van opleidingsniveaus is weergegeven in Tabel 1.

Tabel 1: Verdeling opleidingsniveau’s (N=151).

Handleiding MW Tabel 1 Groot
Van het totaal aantal kandidaten bestaat ongeveer 26 % uit vrouwen en 74 % uit mannen. Van 4 personen is het geslacht niet bekend. Van 135 personen was zowel geslacht als leeftijd bekend. Deze verdeling wordt weergegeven in Tabel 2. Een Chi2-test wijst uit dat mannen en vrouwen gelijk verspreid zijn over de leeftijdsgroepen.

Tabel 2: Verdeling geslacht en leeftijd (N=135).

Handleiding MW Tabel 2 Groot
De herkomst van de kandidaten is vermeld in Tabel 3. De meeste van de kandidaten komen uit de provincie Zuid-Holland.

Tabel 3: Herkomst kandidaten (N=155).

Handleiding MW Tabel 3 Groot
In Tabel 4 staan de branches waarin de kandidaten werkzaam zijn, vermeld. Voor deze normgroep geldt dat de meeste kandidaten (van wie we gegevens hebben over de branche) werkzaam zijn in de Openbaar bestuur – Veiligheid en rechtspraak.

Tabel 4: Branches (N=149).

Handleiding MW Tabel 4 Groot
Omdat het aantal respondenten beperkt is en vanuit beperkte bronnen is verkregen, spreken we van een voorlopige normgroep. In vervolgstudies zal de normering als eerste verdere aandacht krijgen.

4. Betrouwbaarheid Morele Waarden

De betrouwbaarheid van de vragenlijst geeft een indicatie van de nauwkeurigheid van het instrument. Het begrip heeft betrekking op de reproduceerbaarheid van de gemeten uitkomsten: in hoeverre komen de resultaten van een meting met het instrument bij een tweede keer (en derde keer, enzovoorts) overeen, of in hoeverre komen de uitkomsten bij een vergelijkbare set items overeen.

De betrouwbaarheid van een test kan op verschillende manieren bepaald worden. Zo kan dezelfde test voor een tweede maal bij dezelfde persoon afgenomen worden waarna de resultaten van deze twee metingen met elkaar vergeleken kunnen worden (test-hertest betrouwbaarheid). Ook kunnen de scores op de ene helft van de test vergeleken worden met de scores op de andere helft van de test (split-half betrouwbaarheid). Het meest gebruikt, en geschikt bij een persoonlijkheidsvragenlijst zoals de Morele Waardenvragenlijst, is de berekening van de alfa (α coëfficiënt). Dit is een maat voor interne consistentie (Nunnally, 1978). Bij een α groter dan .85 mag men spreken van een redelijk homogene groep items (Green, Salkind & Akey, 2000). Al deze methoden zijn gebaseerd op correlatieberekeningen.

4.1 Betrouwbaarheid van de vragenlijst Morele Waarden

Om uitspraken te kunnen doen over de betrouwbaarheid van de vragenlijst Morele Waarden is de interne consistentie van de vier afzonderlijke schalen berekend.

Tabel 5: Betrouwbaarheid van de schalen van de Morele Waarden vragenlijst (N=155).

Handleiding MW Tabel 5 Groot

De betrouwbaarheden van de vier schalen zijn hoog genoeg om gebruikt te worden voor selectiedoeleinden. 

5. Validiteit Morele Waarden

De validiteit van een test geeft een indicatie van de mate waarin het instrument daadwerkelijk het construct meet dat de test pretendeert te meten. Oftewel: meet een persoonlijkheidstest ook daadwerkelijk persoonlijkheid. In het geval van de Morele Waardenvragenlijst geldt: meet de vragenlijst daadwerkelijk de morele waarden van een persoon. Meer specifiek dient de validiteit aan te geven of iedere factor en iedere schaal meet wat het pretendeert te meten.
Om de validiteit van de Morele Waardenvragenlijst vast te kunnen stellen wordt in de eerste plaats naar de test zelf gekeken, de interne validiteit. Een andere manier om de validiteit van een test te bepalen is door de test te vergelijken met andere tests, die het criterium vormen. Hiervoor heeft een onderzoek plaatsgevonden waarmee de externe validiteit van de Morele Waardenvragenlijst onderzocht is.

5.1 Interne validiteit

5.1.1 Factor, schaal en structuur

Om de schaalstructuur van de Morele Waardenvragenlijst te onderzoeken is een PCA uitgevoerd. Er is gekozen voor een OBLIMIN-rotatie omdat deze er vanuit gaat dat de schalen onderling gecorreleerd zijn, een aanname die in de sociale wetenschap vrijwel altijd van toepassing is.
Er is gebruik gemaakt van de screeplot, een parallel-analyse en schaalinterpretatie om te bepalen uit hoeveel schalen de vragenlijst bestaat.
Uit de analyse bleek dat er inderdaad vier schalen te onderscheiden zijn, en dat deze 35.3% van de variantie in data verklaren. Bin elke schaal is naar de drie hoogst ladende items gekeken om vast te stellen wat de theoretische betekenis van de schaal is. De schalen NormbesefBescheidenheidOprechtheid en Vermijden van Materialisme kwamen hier duidelijk in naar voren.
Vier items die eerder tot Oprechtheid behoorden, bleken hoger te laden op Normbesef, evenals één Bescheidenheid-item en één Vermijden van Materialisme-item. Vier Normbesef-items kwamen niet in de PCA-oplossing voor, en worden vanaf nu aangeduid als onderzoeksitems. Dit resulteert in vier theoretisch verklaarbare, solide schalen.

5.2 Externe validiteit: Relevante onderzoeken

Om een uitspraak te kunnen doen over de externe validiteit is een onderzoek uitgevoerd met de Werkgerelateerde Persoonlijkheidsvragenlijst (WPV) en de Carrierewaarden vragenlijst (CW). Uit een eerder onderzoek bij een groot ICT bedrijf is gebleken dat er een goede onderbouwing gevonden kan worden voor de constructvaliditeit van de WPV en de CW. Naast de Morele Waardenvragenlijst zijn tijdens dit onderzoek de gehele WPV en de schaal Financiële Beloning afgenomen.

5.2.1 Onderzoek met de WPV en CW

Verwachtingen
De verwachting is dat er een negatieve correlatie gevonden zal worden tussen de schaal Bescheidenheid en de factor Invloed van de WPV. De factor Invloed van de WPV bestaat uit schalen als StatusDominantieCompetitie en Zelfvertoon. De verwachting is dat een bescheiden persoon minder statusgevoelig en dominant is en tevens minder competitief is en zichzelf minder op de voorgrond zet dan mensen die een lagere score hebben op de schaal Bescheidenheid.

Tevens is de verwachting dat de schaal Normbesef positief zal correleren met de factor Structuur, en dan met name met de schaal Conformisme, en de schaal Volharding van de WPV. Daarnaast verwachten we de schaal negatief zal correleren met de schaal Onafhankelijkheid van de WPV.

Bij de schaal Vermijden van Materialisme is de verwachting dat deze negatief correleert met Competitie en Status van de WPV en met de schaal Financiële beloning van de CW.

Als laatste verwachten we een positieve correlatie tussen de schaal Oprechtheid en de factor Sociabiliteit en de schaal Positivisme van de WPV.

Omschrijving van psychometrische kwaliteiten en de resultaten
Het onderzoek is gedaan onder 73 personen waarvan 51 mannen (70,8%) en 21 vrouwen (29,8%). De gemiddelde leeftijd binnen deze groep is 19,6 jaar met een minimum van 16 jaar en een maximum van 50 jaar (van 1 persoon is de leeftijd onbekend). Van de respondenten waren 49 personen (67,1%) leerling binnen het middelbaar beroepsonderwijs. 42 Personen (57,5%) daarvan doen de opleiding Orde en Veiligheid (van 7 personen is de opleiding onbekend). 17 Personen (23,3%) studeren aan de hogeschool, waarvan 14 personen Toegepaste Psychologie (19,2%) studeren en 1 persoon Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (van 2 personen is de studie onbekend). Er zijn 4 personen die studeren aan de universiteit, daarvan studeren 3 personen (4.1%) Psychologie en 1 persoon (1.4%) Recht. 1 Persoon studeert iets ‘anders’ (in totaal is van 11 personen de studie onbekend).

Zowel de correlaties tussen de schalen van de Morele Waardenvragenlijst en de WPV als de correlatie tussen een schaal van de Morele Waardenvragenlijst en een schaal van de CW zullen worden bekeken.

Tabel 6: Correlaties tussen de Morele Waardenvragenlijst en de WPV (N=73).

Handleiding MW Tabel 6 Groot

De schalen van de Morele Waardenvragenlijst correleren verklaarbaar met de schalen van de WPV. De schaal Bescheidenheid laat een significante negatieve correlatie zien met de schalen CompetitieDominantieZelfvertoon en Zelfvertrouwen. Uit deze resultaten blijkt dat hoe bescheidener je bent, je minder competitief en dominant bent dan wanneer je een lage score laat zien op de schaal Bescheidenheid. Als we kijken naar de definitie van Bescheidenheid; de mate waarin een persoon zichzelf ziet als gemiddeld persoon en zich niet beter voelt en/of voordoet dan anderen, is dit geheel verklaarbaar. Ook de relatie met de schaal Zelfvertoon is te verklaren. Mensen die een hoge score op Bescheidenheid laten zien zullen zichzelf minder snel op de voorgrond zetten dan mensen die lager op Bescheidenheid scoren.
De schaal Normbesef correleert zoals verwacht significant positief met de schalen van de factor Structuur. Hieruit blijkt dat personen die hoog scoren op Normbesef zich meer aan de regels houden, nauwkeuriger, ordelijker en weloverwogener zijn en meer van regelmaat houden. Dit ligt in de lijn met de definitie van de schaal Normbesef. Tevens is er een positieve significante correlatie gevonden tussen Normbesef en de WPV schaal Volharding. Personen die hoog scoren op Normbesef zijn mensen die niet willen profiteren van anderen, houden zich aan regels en komen afspraken na. Dit komt overeen met de definitie van Volharding wat zegt dat wanneer je hier hoog op scoort je je aan regels houdt en makkelijk afspraken maakt en nakomt.
Vermijden van Materialisme correleert negatief significant met de schalen Competitie en Status. Mensen die laag score op Vermijden van Materialisme willen juist aanzien (Status) van anderen en zullen de beste willen zijn (Competitie).
Als laatste de schaal Oprechtheid, deze correleert significant met de factor Sociabiliteit. Hieruit blijkt dat oprechtere mensen hartelijker, zorgzamer en sociaal vaardigere zijn dan personen met een lage score op Oprechtheid. Tevens zien oprechtere mensen de toekomst zonnig en met veel positivisme tegemoed.

Een verrassend resultaat is de positief significante correlatie tussen Oprechtheid en Dominantie. Hieruit valt op te maken dat oprechtere personen dominanter zijn dan minder oprechtere personen. Een mogelijke verklaring is dat een zekere dominatie nodig moet zijn om eerlijk te kunnen zijn tegen andere mensen. Verder onderzoek zou nodig zijn om deze relatie verder te onderzoek.

Tabel 7: Correlaties tussen de Morele Waardenvragenlijst en de CW (N=73).

Handleiding MW Tabel 7 Groot

De schalen Financiële beloning en Vermijden van Materialisme correleren verklaarbaar met elkaar. Een persoon die hoog scoort op Vermijden van Materialisme zal laag scoren op Financiële Beloning, deze mensen hebben maar weinig interesse in luxe goederen en status. Personen die hoog scoren op Financiële Beloning worden gemotiveerd door het krijgen van een financiële beloning.

Conclusies
Uit de beschreven resultaten met betrekking tot de samenhang van de schalen van de WPV en de Morele Waardenvragenlijst kan een samenhang tussen de verschillende schalen gezien worden. Deze resultaten dragen bij aan de externe validiteit van de vragenlijst.

6. Toepassing, interpretatie en gebruik

6.1 Toepassingsmogelijkheden

De vragenlijst kan in een situatie ingezet worden waarbij het van belang is meer te weten te komen over de morele waarden van een persoon. De vragenlijst kan ingevuld worden door een ieder die deel uitmaakt van de Nederlandse beroepsbevolking. Bij selectiesituaties geeft deze vragenlijst een indicatie van de mate waarin de sollicitant integer gedrag zal gaan vertonen.

6.2 Materiaal en instructies voor de testafname

Materiaal
De vragenlijsten die ixly biedt worden afgenomen in de Test-Toolkit. Dit is een online systeem dat aan professionals en consultants op het terrein van Human Resource Management een set kwalitatieve instrumenten biedt. De Test-Toolkit is te bereiken via https://www.ixly.nl/test-toolkit/. Consultants krijgen, bij het afsluiten van een abonnement op de Test-Toolkit, een gebruikersnaam toegewezen. De vragenlijst in de Test-Toolkit is dus niet bereikbaar voor mensen die geen abonnement hebben. Consultants kunnen hun kandidaten één of meerdere tests/vragenlijsten toewijzen. Vanuit de Test-Toolkit worden de kandidaten per e-mail geïnformeerd. In deze e-mail staan de inloggegevens van de kandidaat en informatie over de betreffende test(s) en vragenlijsten.

Instructie
De kandidaat kan met de verkregen inloggegevens inloggen via https://www.ixly.nl/test-toolkit/. Op de openingspagina staat kort uitgelegd wie de test(s) heeft klaargezet en de werking van de toolkit. Ook staat er een algemene openingsvragenlijst klaar waar de kandidaat demografische gegevens invult. Er wordt aangegeven dat de gegevens anoniem verwerkt worden en alleen voor onderzoeksdoeleinden gebruikt zullen worden. Na de openingsvragenlijst krijgt de kandidaat een overzicht van alle tests die voor hem of haar zijn klaargezet en daarbij een korte uitleg per test. De kandidaat kan de tests in willekeurige volgorde maken.

Omdat de Morele Waardenvragenlijst een persoonlijkheidsvragenlijst is, wordt deze zonder tijdsdruk afgenomen. Dit houdt in dat de kandidaat zoveel tijd als nodig krijgt voor het invullen van de vragenlijst. Het maken van de vragenlijst duurt ongeveer 30 minuten. Bij de instructie van de vragenlijst wordt wel benadrukt dat het belangrijk is dat er niet te lang over de vragen moet worden nagedacht: de eerste ingeving dient ingevuld te worden. Ook krijgen kandidaten in de instructie mee antwoorden te geven op basis van algemene situaties, en niet op basis van uitzonderingen. Deze beide instructies zijn van belang om een zo betrouwbaar mogelijk beeld van de persoonlijkheid van een kandidaat te krijgen. Omdat de Morele Waardenvragenlijst online wordt afgenomen, krijgen kandidaten altijd standaard instructies.

De Morele Waardenvragenlijst bestaat uit 52 uitspraken waarbij een kandidaat moet aangeven in welke mate hij of zij het eens of oneens is met de betreffende uitspraak. Het antwoord kan worden gegeven op een vijf puntsschaal die loopt van zeer mee oneens tot zeer mee eens. Hoe de kandidaat de vijf antwoordmogelijkheden kan interpreteren wordt uitgelegd aan de hand van een voorbeeld. Na het invullen van de test worden de resultaten automatisch weggeschreven in de database van de Test-Toolkit.

De Morele Waardenvragenlijst hoeft niet in een gecontroleerde omgeving afgenomen te worden. Dit is mogelijk omdat het zelfreflectie test betreft en er geen goede of foute antwoorden zijn. De kandidaat kan de Morele Waardenvragenlijst thuis maken wat tijdens selectie procedures tijd en ruimte scheelt.

6.3 Vereiste kennis voor het gebruik van de vragenlijst

Er is geen vereiste kennis nodig voor het gebruik van de Morele Waardenvragenlijst.

6.4 Beperkingen van de vragenlijst

Het is niet mogelijk om met de Morele Waardenvragenlijst direct “integriteit” te meten. Aan de hand van de resultaten van de vragenlijst kan een indicatie gegeven worden van de kans dat iemand moreel of immoreel gedrag zal vertonen.

6.5 Betekenis van de schalen

Bescheidenheid
De mate waarin een persoon zichzelf ziet als een gemiddeld persoon en zich niet beter voelt en/of beter voordoet dan anderen.

De schaal bescheidenheid meet de neiging van een persoon bescheiden en pretentieloos te zijn. Een lage score van een persoon geeft een indicatie in hoeverre de persoon zichzelf op de voorgrond stelt en vind recht te hebben op privileges die anderen niet hebben. Een hoge score van een persoon betekent dat degene zichzelf als een gewoon persoon ziet en vindt dat hij/ zij geen aanspraak heeft op een speciale behandeling.

Normbesef
De mate waarin een persoon zich aan regels en aan de wet houdt en niet bereid is om te profiteren van anderen of van de maatschappij.

Met deze schaal wordt de neiging van een persoon gemeten om fraude en corruptie te voorkomen. Een persoon die laag scoort op deze schaal is bereid om vals te spelen of te stelen. Een hoge score op deze schaal geeft een indicatie dat de persoon niet wil profiteren van anderen of van de samenleving.

Vermijden van Materialisme
De mate waarin iemand geïnteresseerd is in luxe en sociale status.

Deze schaal meet de neiging in welke mate een persoon geïnteresseerd is in het hebben van een hoge sociale status, overdadige rijkdom en luxe goederen. Een persoon die laag scoort op deze schaal zal ervan genieten zijn rijkdom te tonen aan anderen en een hoge sociale status te hebben. Een hoge score op deze schaal geeft een indicatie dat de persoon het minder belangrijk vindt om veel geld en luxe te hebben en het niet van belang vindt om een hoge sociale status te hebben.

Oprechtheid
De mate waarin een persoon anderen onvervalst tegemoet treedt en anderen niet manipuleert en beïnvloedt in het eigen voordeel.

De schaal oprechtheid meet de neiging van een persoon om oprecht te zijn in interpersoonlijke relaties. Een lage score op deze schaal betekent dat een persoon bereid is om anderen te manipuleren of zich anders voor te doen om zijn doelen te bereiken/verkrijgen. Een hoge score op deze schaal betekent dat een persoon minder tot niet bereid is anderen te manipuleren om zijn doelen te bereiken.