1. Support Center
  2. Competenties en ontwikkeltips

Competenties en ontwikkeltips: Communicatief vermogen

Iedere competentie heeft een beschrijving met de ontwikkelbaarheid, ontwikkelingsdoelen en ontwikkelingsacties en gedragsindicatoren. Deze kunt u gebruik voor een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP).

Lees ook over de andere Competenties en Ontwikkeltips: Beïnvloedend vermogenConceptueel vermogenOrganisatiegerichtheidOrganisatievermogenPersoonlijke gerichtheid & Relationeel vermogen.

Gespreksvaardigheid

Competentie

In staat zijn mondeling op een heldere manier met anderen informatie uit te wisselen, te communiceren.

Ontwikkelbaarheid

Duidelijk en helder communiceren met anderen vraagt allereerst van je dat je goed voor ogen hebt wat je precies wilt zeggen. Bekwaming hierin is mogelijk door een goede voorbereiding op een gesprek en op de wijze van overdracht van de boodschap.
Deze competentie is goed te ontwikkelen en vergt het regelmatig bij anderen nagaan of het gebrachte verhaal duidelijk is overgekomen.

Doel

Benoem je doel aan de hand van situaties waarin je heldere informatie uit wilt wisselen. Ga na in welke situaties je in het verleden onvoldoende in staat was om helder te communiceren.

Ontwikkelacties

Welke concrete acties ga je wanneer ondernemen, uitgesplitst naar de vier manieren om te leren?

Leren door kennis

Er is veel informatie beschikbaar over het onderwerp gespreksvaardigheid in boeken, op internet of door middel van cursussen. Er is dus altijd wel iets te vinden dat qua toonzetting en inhoud aanspreekt. Enkele voorbeelden zijn:

Boeken

“Communiceren kun je leren” door Pijs, E.
“Communicatieve vaardigheden” door Crutzen, L. en Munnecom, M.

Cursussen

Er zijn diverse cursussen op het gebied van gespreksmethodieken; interviewvaardigheden, presenteren, etc.

Leren door imiteren

Zoek overleggen en presentaties op en kijk hoe anderen hun boodschap overbrengen. Zijn zij duidelijk, concreet? Begrijp jij wat zij willen zeggen? Vraag hen, voorafgaand aan een gesprek of een overleg, welke informatie zij willen uitwisselen. Luister naar hoe zij hun verhaal beginnen, of er een kern in zit en hoe zij tot een afronding komen.

Leren door experimenteren

Zoek een situatie op waarbij het belangrijk is om helder te zijn in dat wat je zegt. Begin bijvoorbeeld met een tweegesprek en breidt dit langzaamaan uit tot een overleg. Zorg dat je jezelf blijft uitdagen door moeilijkere situaties op te zoeken, bijvoorbeeld een lastig probleem verwoorden of aan een groep mensen een idee van jezelf uitleggen.

Leren door inzicht

Stel jezelf en anderen vragen na het experimenteren. Vraag om feedback, was mijn verhaal duidelijk en stemt het overeen met wat ik heb willen zeggen?
Als dit niet het geval blijkt te zijn, probeer dan te achterhalen waar je niet duidelijk in bent geweest.

Stellingen

  • Geeft de ruimte om vragen te stellen en gaat op die vragen in.
  • Toont enthousiasme in het gesprek en is ongedwongen.
  • Komt tijdens het gesprek oprecht en geloofwaardig over.
  • Stemt taalgebruik af op de gesprekspartner.
  • Drukt gedachten duidelijk en begrijpelijk uit.
  • Kan ideeën goed onder woorden brengen, beschikt over een grote woordenschat.
  • Geeft samenvattingen om misverstanden in de communicatie te voorkomen.
  • Benadert de ander open en heeft geen verborgen agenda.
  • Is in staat tijdens het gesprek hoofd- en bijzaken van elkaar te scheiden.
  • Houdt de grote lijn vast, wijdt niet teveel uit tijdens het gesprek.
  • Maakt gebruik van voorbeelden om het gesprek voor de ander begrijpelijker te maken.
  • Geeft tijdens een gesprek een goede inleiding en afsluiting.
  • Beschikt over een heldere articulatie en een levendige intonatie.
  • Geeft de ander ruimte om te spreken en neemt zelf ruimte om te spreken.
  • Spreekt algemeen beschaafd Nederlands.
  • Geeft duidelijk aan wat men mag verwachten en wat niet.
  • Houdt tijdens het gesprek het doel in de gaten.
  • Maakt tijdens het gesprek gebruik van de juiste gespreksopbouw.
  • Weet tijdens het gesprek vloeiend over te gaan op een ander onderwerp.
  • Weet op passende momenten de relatie ter sprake te brengen.
  • Weet op passende wijze negatieve feedback te geven.
  • Durft te confronteren.

Luistervaardigheid

Competentie

In staat zijn om de essentie uit gesproken woord te halen en de ander te stimuleren zijn boodschap over te brengen.

Ontwikkelbaarheid

Luistervaardigheid is een competentie die relatief gemakkelijk te ontwikkelen is. Dit omdat het vooral een kwestie is van vaardigheid, een vaardigheid die vooral geleerd kan worden door het te doen en door jezelf er toe te zetten om beter te luisteren.

Doel

Stel voor jezelf vast in welke situaties je luistervaardigheid te kort schiet of heeft geschoten. Vraag ook anderen hiernaar, omdat zij vaak beter goed kunnen aangeven wanneer zij zich onbegrepen of niet goed gehoord voelen. Wanneer je bezig gaat met het ontwikkelen van deze competentie, dan kun jij je voortgang meten door feedback te blijven vragen.

Ontwikkelacties

Welke concrete acties ga je wanneer ondernemen, uitgesplitst naar de vier manieren om te leren?

Leren door kennis

Er is veel informatie beschikbaar over het onderwerp luistervaardigheid in boeken, op internet of door middel van cursussen. Er is dus altijd wel iets te vinden dat qua toonzetting en inhoud aanspreekt. Enkele voorbeelden zijn:

Boeken

Er zijn vele boeken geschreven over gespreksvaardigheden, waartoe ook luistervaardigheid behoort. Enkele voorbeelden zijn:

“’t is ook altijd wat!” door Tjeu van Heck, Jeu Consten
“Effectieve tweegesprekken” door Marike van den Berg

Internet

http://www.rug.nl/noordster/mondelingevaardigheden/voorstudenten/luisteren
http://www.lichaamstaal.nl/manager/actief_luisteren.html

Cursussen

Luistervaardigheid is een vaardigheid die goed is te ontwikkelen in een praktische training. In vrijwel alle trainingen op het gebied van gespreksvaardigheid wordt aandacht geschonken aan luistervaardigheid.

Leren door imiteren

Observeer mensen in je omgeving die over een goede luistervaardigheid beschikken. Bijvoorbeeld mensen waarbij jij jezelf goed op je gemak voelt en waarbij jijzelf het gevoel hebt dat deze persoon zo goed naar jou luistert. Kijk hoe een dergelijke persoon reageert in een gesprek en vraag hem of haar ook hoe hij of zij een gesprek aanpakt en op welke manier hij of zij een ander stimuleert om de boodschap over te brengen. Hoe haalt hij of zij de essentie uit hetgeen de ander zegt? Mogelijk dat dit goede tips oplevert die je kunt overnemen en zelf kunt gebruiken.

Leren door experimenteren

Pas de tips en ideeën die je hebt opgedaan uit boeken, trainingen en door het observeren van anderen, toe in de praktijk. Probeer uit wat bij je past en vraag om feedback van anderen.

Leren door inzicht

Ga voor jezelf na wat je hindert bij het goed luisteren naar anderen. Ben je te ongeduldig, laat je mensen niet uitpraten, vorm je te snel een mening (“….ik heb altijd aan één woord genoeg….”). Kijk of je deze oorzaken voor minder goed luisteren kunt wegnemen. Daarnaast is het belangrijk dat je bedenkt wat je hebt opgestoken. Ga na waarom sommige tips voor jou wel werken en waarom andere niet. Zo kun je op een bewuste manier je luistervaardigheid vergroten.

Stellingen

  • Onderscheidt feiten van beweringen en opvattingen.
  • Geeft er blijk van actief te luisteren naar de ander en antwoordt zorgvuldig.
  • Geeft er blijk van te luisteren naar de inhoud van het gesprek.
  • Stelt gerichte vragen om iemand zijn verhaal te laten vertellen.
  • Luistert actief naar anderen, haakt in op wat de ander zegt.
  • Stimuleert de ander om door te gaan met het verhaal door hummen, knikjes, korte bevestigingen.
  • Geeft blijk van interesse in wat de ander te zeggen heeft.
  • Geeft los van de inhoud een samenvatting van het gevoel van de ander.
  • Confronteert de ander bij inconsequenties in het verhaal.
  • Filtert de juiste informatie uit het gesprek.
  • Laat zich in het gesprek leiden door wat de ander zegt, blijft bij het onderwerp.
  • Vraagt door totdat de boodschap duidelijk is.
  • Helpt door op gestructureerde wijze vragen te stellen, de ander zijn verhaal te laten vertellen.
  • Stelt open vragen.
  • Weet door het stellen van de juiste vragen de gewenste informatie naar voren te halen.
  • Toont geduld, onderbreekt de ander niet.
  • Structureert het gesprek door vragen te stellen en samenvattingen te geven.
  • Brengt helderheid in het verhaal van de ander.
  • Weet wat de ander zegt kernachtig samen te vatten.

Presentatievaardigheid

Competentie

In staat zijn mondeling, op een heldere, gestructureerde manier informatie aan een groep over te brengen.

Ontwikkelbaarheid

Presentatievaardigheid is een competentie die relatief gemakkelijk te ontwikkelen is. Het gaat hierbij vooral om een vaardigheid en heeft niet zozeer te maken met intellectuele capaciteiten of vastliggende persoonlijkheidstrekken. Ook verlegen mensen kunnen leren om op een goede manier te presenteren.

Doel

Benoem je doel in termen van welke presentaties, voor welke doelgroepen, jij effectief wilt presenteren. Hoe ga je dat meten? Deel bijvoorbeeld evaluatieformulieren uit voorafgaand aan je presentatie.

Ontwikkelacties

Welke concrete acties ga je wanneer ondernemen, uitgesplitst naar de vier manieren om te leren?

Leren door kennis

Er is veel informatie beschikbaar over het onderwerp presentatievaardigheid in boeken, op internet of door middel van cursussen. Er is dus altijd wel iets te vinden dat qua toonzetting en inhoud aanspreekt. Enkele voorbeelden zijn:

Boeken

“Presenteren is mensenwerk” door Andre de Waal
“Professioneel Presenteren” door Floor Hilgers & Jan Vriens
“Presenteren voor Dummies” door Malcolm Kushner

Internet

http://www.r20.nl/boek_Presentatietips.htm
http://presentatievaardigheden.uvt.nl/
http://www.lichaamstaal.nl/presentatie.html

Cursussen

Er wordt een veelheid aan cursussen en trainingen aangeboden op het gebied van presentatievaardigheid, ook door ORGA.

Leren door imiteren

Probeer zoveel mogelijk sprekers te zien en presentaties bij te wonen.
Beoordeel de sprekers. Wat vond je goed gaan en wat vond je slecht gaan? Leg dit naast de manier waarop jij het doet. Wat doe je anders, wat doe je niet, wat doe je juist wel?
Wat kun jij hieruit leren? Welke fouten wil jij vermijden?
Maak hier notities van.

Leren door experimenteren

Zoek de komende tijd zoveel mogelijkheden om te presenteren als je maar kunt. Begin met relatief veilige presentaties. Bijvoorbeeld voor kennissen of naaste collega’s. Maak het publiek steeds groter.
Experimenteer bewust, probeer dingen uit. Doe dingen eens anders dan je gewend was. Wat kun je toepassen uit de voorbeelden die je gezien hebt? Wat heb je gelezen in je boeken?

Leren door inzicht

Stel je na het experimenteren vragen. Wat werkte goed, wat werkte minder? Vraag om evaluaties, stel je open voor feedback. Wat ook aan te bevelen is, is een coach (vriend of collega) mee te nemen naar je presentaties. Vraag achteraf om feedback en analyseer gezamenlijk je presentaties. Volg de aanbevelingen op bij een volgend experiment.

Stellingen

  • Toont zelf enthousiasme tijdens de presentatie.
  • Bouwt de presentatie gestructureerd en logisch op.
  • Komt tijdens de presentatie voldoende ontspannen over.
  • Maakt tijdens de presentatie contact met toehoorders.
  • Geeft aan het begin van de presentatie het doel en de structuur van het verhaal aan.
  • Put uit eigen ervaringen om presentaties boeiend te maken.
  • Hanteert het juiste tempo en is verstaanbaar.
  • Drukt zich mondeling helder uit, geeft overzichtelijk noodzakelijke informatie.
  • Bereidt zich goed voor op de presentatie, leeft zich in in de toehoorders.
  • Maakt tijdens de presentatie effectief gebruik van hulpmiddelen.
  • Houdt tijdens de presentatie de tijd in de gaten.
  • Toetst tijdens de presentatie of het verhaal duidelijk is en of de toehoorders het kunnen volgen.
  • Geeft ruimte voor het stellen van vragen tijdens de presentatie.
  • Beantwoordt vragen zorgvuldig en op open wijze.
  • Stemt taalgebruik en inhoud af op het publiek.
  • Hanteert pauzes om spanning op te roepen.
  • Presenteert duidelijk gearticuleerd en levendig.
  • Voelt de sfeer in de groep aan en stemt het gedrag daarop af.
  • Geeft er blijk van signalen uit het publiek op te vangen.
  • Maakt de presentatie boeiend door gebruik te maken van humor.
  • Vindt tijdens de presentatie een goede balans tussen hoofdlijn en details.

Schrijfvaardigheid

Competentie

In staat zijn op een correcte, heldere, schriftelijke manier te communiceren.

Ontwikkelbaarheid

Het is vrij gemakkelijk de competentie schrijfvaardigheid tot op een bepaald niveau te ontwikkelen. Natuurlijk helpt het als je gevoel hebt voor taal. Vaak hebben mensen die vroeger veel hebben gelezen of nu veel lezen een grotere woordenschat.

Doel

Benoem je doel. In welke situaties wil je je schrijfvaardigheid ontwikkelen? Hoe ga je dat meten? Laat anderen, die goed zijn in spelling, je stukken lezen en corrigeren. Vraag verder om feedback over de duidelijkheid, structuur, volledigheid e.d.

Ontwikkelacties

Welke concrete acties ga je wanneer ondernemen, uitgesplitst naar de vier manieren om te leren.

Leren door kennis

Er is veel informatie beschikbaar over het onderwerp schrijfvaardigheid in boeken, op internet of door middel van cursussen. Er is dus altijd wel iets te vinden dat qua toonzetting en inhoud aanspreekt. Enkele voorbeelden zijn:

Boeken

“Hoe spel je dat?” door Jolanda Bouman
“Stukken beter schrijven” door Natasja Loomans

Internet

http://www.schrijfvaardigheid.nl/
http://taaladvies.net/

Verder: het lezen van kranten, tijdschriften, boeken e.d. om je taalgevoel en woordenschat te ontwikkelen. Maak gebruik van een woordenboek. Doe spelletjes die je taalgevoel kunnen ontwikkelen zoals scrabble, boggle, lingo, stapelwoord e.d.

Leren door imiteren

Ontwikkel deze competentie door schriftelijke stukken van anderen te lezen, te kijken hoe deze zijn opgebouwd. Vraag aan anderen hoe ze zich voorbereiden, welke aanpak ze hanteren, hoe ze structuur aanbrengen, op welke wijze ze bepalen wat relevant is e.d. Vraag ook naar de achterliggende gedachte daarbij. Of: schrijf samen met mensen die hier goed in zijn een rapport of notulen om van elkaar te leren en inzicht te verkrijgen in je eigen ontwikkelbehoefte.

Leren door experimenteren

Er zijn talloze situaties waarin je kunt experimenteren met het schrijven van stukken. Zoals: notuleren tijdens vergaderingen en deze uitwerken, je eigen correspondentie verzorgen, op bewuste wijze e-mails versturen, op schriftelijke wijze informatie aan anderen overdragen, gespreksverslagen maken, offertes schrijven.
Experimenteer hierin met zaken die je hebt opgepikt door te imiteren.

Leren door inzicht

Probeer je in te leven in de lezer terwijl je schrijft: wie gaat je stuk lezen, wat is voor hem of haar relevant om te lezen? Herlees je eigen stuk met de ogen van iemand die niet op de hoogte is van hetgeen je in je stuk beschrijft. Zou het voor die persoon ook duidelijk zijn?
Gebruik de spellingscontrole op de computer, leer hiervan. Gebruik ook de grammaticacontrole. Welke zinnen zijn onduidelijk geformuleerd? Wellicht valt hier een lijn in te ontdekken. Zinnen van meer dan twee regels zijn bijvoorbeeld vaak onduidelijk voor een lezer. Stel jezelf verder vragen: met welke stukken, brieven e.d. heb je moeite? Wat maakt dit voor jou lastig? Wat moet je ontwikkelen? Is het de duidelijkheid, beknoptheid, structuur, etc.
Vraag om feedback van anderen.

Stellingen

  • Hanteert een correcte grammatica, woordgebruik en spelling.
  • Schrijft op een leesbare, heldere en duidelijke manier.
  • Schrijft teksten die samenhangend zijn geschreven.
  • Gebruikt correcte omgangsvormen, weet de juiste toon te treffen.
  • De geschreven teksten zijn logisch van opbouw en overzichtelijk.
  • Formuleert bondig, maakt zinnen niet te lang.
  • Geeft in samenvattingen de essentie kernachtig weer.
  • Stemt taalgebruik af op de lezer.
  • Varieert in woordkeus, beschikt over een grote woordenschat.
  • Zet gedachten goed en snel op papier.
  • Schrijft notulen volledig en overzichtelijk.
  • Redigeert op een zelfstandige manier teksten tot een goed eindresultaat.
  • Houdt goed de lijn in een schriftelijk verhaal vast, verzandt niet in details.
  • Weet in een tekst duidelijk een boodschap over te brengen.
  • Hanteert een levendig en beeldend taalgebruik.
  • Gebruikt in geschreven teksten levendige voorbeelden om het verhaal te ondersteunen.